Vroege bronstijd en middenbronstijd (2.300-1.300 vóór Christus)

Vroege bronstijd (2.300–1.500 vóór Christus)

Het huidige Saarland maakte geen deel uit van de cultuurkringen van Centraal-Europa uit de vroege bronstijd, maar behoorde cultureel gezien tot Lotharingen, Luxemburg, België en Nederland, die nog erg vasthielden aan de tradities van de kopertijd.
Typische vondsten uit de vroege bronstijd zijn hier zeldzaam aangezien ze meestal nog met de beproefde stenen werktuigen werkten.

Pas aan het einde van de vroege bronstijd vond de regio aansluiting met de ontwikkeling van de bronstijd in Centraal-Europa.
Dat is duidelijk te merken aan de bewapening van de mannen:
Zo kregen de overledenen naast de oude stenen dolken nu voor het eerst ook metalen bijlen en sieraden mee in hun graf.

 

Middenbronstijd (1.500–1.300 vóór Christus)

In de middenbronstijd waren bronzen wapens en sieraden alsook nederzettingen in de vlaktes en grafheuvels standaard.

De grafheuvelcultuur uit de bronstijd strekte zich uit over heel Europa.
Diepgaande religieuze omwentelingen moeten vooraf zijn gegaan aan de verandering van ondiepe graven in de vallei naar grafheuvels op de bergrug.

De grafgiften bestonden nu voornamelijk uit brons:
Sieraden en gewaadspelden in paren bij de vrouwen, wapens en één gewaadspeld bij de mannen.
Keramiek werd in het Saar-Moezelgebied zelden teruggevonden in graven.

Overblijfselen van nederzettingen uit deze periode zijn schaars in het Saarland. Enkel in de buurt van Saarbrücken-Güdingen en Perl-Büschdorf zijn kleinschalige sporen van nederzettingen gevonden.

Skip to content