Vier bouwfasen
Het zogenaamde bijgebouw 1 bevindt zich ten noorden van het mediahuis in het economisch gebied (pars rustica) van de villa.
Het gebouw kende vier bouwfasen en verschillende gebruiksfasen.
De bouwfasen worden gekenmerkt door de positie van de muren, de gebruiksfasen door de verschillende vloeren.
Hoewel het gebruikelijk was om gebouwen uit te breiden met een bijgebouw, werden de vorige gebouwen hier bij verbouwingen steeds volledig afgebroken en opnieuw opgebouwd.
Van houtbouw naar steenbouw
Het eerste gebouw bestond nog uit hout (ca. 9 x 9 m).
Uit een dendrochronologisch onderzoek blijkt dat het werd opgericht in de vroege jaren van de 1e eeuw na Christus.
Het houten gebouw werd vermoedelijk in het midden van de 1e eeuw na Chr. al vervangen door een iets groter stenen gebouw.
Daarna volgden nog twee nieuwe gebouwen op dezelfde plaats, die steeds groter uitvielen dan hun voorgangers.
In de 2e eeuw kreeg het gebouw een droogoven voor graan (eest).
Door het eesten of drogen bleef het graan houdbaar en kon het beter worden verwerkt tot bijvoorbeeld bier.
De vele opgegraven keramiekscherven van amforen en andere opslagvaten alsook de talrijke dierlijke botten en onderdelen van karren maken het erg waarschijnlijk dat hier nog andere levensmiddelen werden opgeslagen en verwerkt.
Een massieve vloer zonder voegen van dekvloer of terrazzo moest de opgeslagen levensmiddelen beschermen tegen ongedierte.
In de laatste uitbreidingsfase tegen het einde van de 3e eeuw kreeg het gebouw zijn grootste expansie (ca. 22 x 15 m).